Du holde Kunst - over de liedkunst

 

Du holde Kunst - over de liedkunst

Bewerking van een detail van het manuscript van 'An die Musik' met de woorden 'Du holde Kunst' in het handschrift van Schubert

Rober Holl, bas, András Schiff, pianoforte: 21 juni 2013, Schubertiade Schwarzenberg

‘Die Post bringt keinen Brief für dich’ was de trieste werkelijkheid voor András Schiff, die vergeefs wachtte op partituren voor het concert tijdens de Schubertiade. In arren moede besloten Holl en Schiff dan maar een Winterreise uit te voeren. Gezien het programma waarin voor zondag al een Winterreise door bariton Andreas Schmitt opgenomen was, leek dat een doublure, maar dat pakte heel anders uit.

Zowel Schmidt als Holl zijn oudgedienden op de Schubertiade. (Zie ook het interview met Holl, dat overmorgen geplaatst wordt.) Het verschil tussen beide is echter dat Holl ieder jaar zingt, terwijl Schmitt het een tijdje heeft laten afweten. Zijn rentree was nogal teleurstellend. Deze Fischer-Dieskau-leerling wist echter vooral te herinneren aan de oude meester doordat hij zo klonk als de laatste vlak voordat hij ophield met zingen: zonder middenstem. Nu was de egaliteit van de stem juist een van de sterke punten van Schmidt. Qua interpretatie sprong Schmidt er nooit uit, dus er bleef er weinig te genieten over.
Aan het duo Holl/Schiff de taak dat goed te maken. Het concert week af van de andere liedconcerten, doordat er geen Steinway op de planken stond. Schiff speelde op een Hammerfügel oftewel pianoforte uit 1820, zeven jaar voordat Schubert de Winterreise schreef. Het instrument was eigendom van Schiff, maar deze had het uitgeleend aan het Beethovenhaus in Bonn en dat had het op haar beurt weer voor twee concerten aan de Schubertiade ter beschikking gesteld. Ik kon me eerlijk gezegd niet voorstellen dat de nogal grote stem van Holl goed zou samengaan met een fortepiano, maar aan de andere kant kon ik me ook weer niet voorstellen dat Schiff en Holl in dat geval ervoor gekozen zouden hebben.

Bij de eerste noten luisterde ik dus met grote aandacht naar het instrument. Dat klonk veel rijker en voller dan ik verwacht had. De tonen waren ook mooi gelijk van klankkleur. Het geluid was iets minder hard en doordringend dan van een Steinway, maar niet klein.
Klonk het instrument voller dan ik gedacht had, Holls inzet ‘fremd bin ich eingezogen’ klonk juist zachter en lyrischer. De laatste twee keren dat ik hem hoorde had ik eerder het gevoel dat hij de vleugel bijna overstemde en dat was nu juist niet het geval. Holl zong vooral lichter. Het was echter daardoor echter zeker niet minder indringend en al na een paar woorden ging de aandacht vooral uit naar het verhaal.

Winterwandeling
Er bestaat een zekere traditie om het eerste lied, Gute Nacht, vrij neutraal te zingen, alsof iemand gewoon een verslag van een winterwandeling doet. Fischer-Dieskau zong Gute Nacht in zijn meest bekende opname (Moore, 1972) zo (later bijvoorbeeld met Barenboim ook anders) en dat zal meteen de reden zijn dat velen het hem nadoen. Aan de andere kant wordt er in dat eerste lied meteen een verschrikkelijke waarheid verteld, dus er is ook een school die het eerste lied veel meer gevoelens toont. (Luister ook naar dit interviewfragment met Christoph Prégardien.)
Holl zat daar een beetje tussenin. De eerste zin klonk vrij neutraal. Al in de eerste strofe een opvallend accent: in die Mutter gar von Eh kreeg het eerste gar en in de herhaling ervan helemaal, een flink accent. Een blik in de partituur verklaart dat ook: onder het woord gar staat een opvallend akkoord (zie ook het interview.)
Hetzelfde gold voor gute in de strofe daarop. In die strofe waarin de verteller zich afvraagt waarom hij nog al wachten te vertellen dat men hem weggejaagd heeft, komt al meer boosheid naar voren. Holl laat er geen misverstand over bestaan dat hij een verschrikkelijk verhaal vertelt, maar spaart de luisteraar nog even.

Bij Die Wetterfahne was weer het samenspel tussen pianoforte en stem opvallend: het was heel goed in evenwicht en de iets lichtere aanpak deed de expressie van muziek en woorden goed. Het publiek luisterde geboeid naar het verhaal. Gefrorne Tränen werd boeiend en gevoelig, maar zonder zelfmedelijden gebracht met overtuigende hard, maar niet te harde laatste noot - zoals we ons zouden kunnen voorstellen dat in Schuberts tijden een zanger forte hoorde te zingen. Erstarrung was gewoon goed en viel op door het zeer zachte en ontroerende ‘wo find ich eine Blüte’. Zo waren er vele bijzondere momenten, zeker naarmate de cyclus vorderde.

Dreiging
In Der Lindenbaum was opvallend hoe zacht Holl de lindeboom liet spreken, daarmee de dreiging die ervan uitging benadrukkend (namelijk van de verlokking van zelfmoord). Wasserflut en Auf dem Flussse deed Holl voorbeeldig, nog het grote gevoel vermijdend maar wel waar nodig alle accenten leggend en altijd met die treurige klank van zijn stem die zo goed bij deze cyclus past. (Mijns inziens zijn twee soorten stemmen echt geschikt voor een Winterreise: een tenorale bariton of baritonale tenor zoals Schubert die zelf had, of een lage treurige stem zoals die van Holl.) Wat ook opviel was het bijna gesproken karakter van de woorden: het was zeker geen ‘speech level singing’ maar Holl accentueerde op een natuurlijke manier woorden, zoals je dat bij het spreken zou doen, maar dan legato. Uiteraard speelde het instrument daar een belangrijke rol bij.

Bij Rückblick, eigenlijk ook in lijn met de tekst, wordt Holl wat emotioneler. Het tempo in het middendeel is flink lager, in da wars geschehen um dich Gesell klink duidelijk boosheid door en in het laatste deel is het verlangen om de tijd terug te draaien voelbaar. Opvallend hier overigens het gebruik van rubato door Holl, alsof hij bij het lopen de pas inhoudt omdat hij aarzelt of hij terug zal gaan. Bij het einde lijkt alles echt stil te staan, wat nog wordt versterkt doordat Schiff lang wacht voordat hij aan Irrlicht begint.
Bij het begin van dat lied (in die tiefsten Felsengründe) horen we voor het eerst een echte krachtige basnoot van Holl. Tot dan had hij de lage noten teruggehouden, waarschijnlijk omdat de pianoforte niet over dat soort klanken beschikte. Nu werkte het des te effectiever, zeker bij de tweede keer (hinab). De fermate op de g (origineel, bij Holl vanwege stemvak en stemming van de fortepiano een d) zingt hij lang en heel zacht in het hoge register wat het erbij passende gevoel heel goed uitdrukt.

Bij dit negende lied van de vierentwintig zijn we ongemerkt al dicht op de huid van de protagonist gekropen, het publiek luistert geboeid toe. In Rast wordt dat nog sterker, de vermoeidheid van de protagonist lijkt voelbaar, en het tweede Der Rücken fühlt keine Last is nog zachter dan de eerder drie plaatsen waar leise in de partituur staat, wat heel de emotionele boodschap nog eens onderstreept.

Opleving
Bij Frühlingstraum kent de Winterreise een oplevering. Toen Schubert de eerste helft van de Winterreise voorspeelde aan zijn vrienden, was dat het enige lied dat hun goedkeuring kon wegdragen. Het vrolijke dansje waarmee het lied begint gunt ons een blik in een andere wereld, een ontsnapping uit de loodzware triestheid van de ongelukkige hoofdpersoon. Veel zangers – Fischer-Dieskau bijvoorbeeld -  sluiten bij de vrolijkheid van de pianonoten aan. Na de vrolijke piano-inleiding volgen echter meteen de woorden waaruit blijkt dat die vrolijkheid gedroomd was. Zo zingt Holl het ook: als een treurige boodschap.  Het nogal langzame tempo (het etwas bewegt is hier werkelijk alleen etwas) benadrukt dat nog eens. Langzaam  maar zeker lijkt de protagonist bij Holl echter toch steeds meer terug te verlangen naar de verlokkingen van de droomwereld, die samenvallen met het verlangen naar een hereniging met de vrouw die hem afgewezen heeft. De verzuchting aan het eind: ‘Wann halt ich mein Liebchen im Arm?’ zong Holl zeer zacht, weer half gelovend in en zeker verlangend naar de droomwereld waaruit de kraaiende hanen hem ruw gewekt hadden. Schiff speelde de dissonant die daarop volgt ook zacht, zonder de dramatische nadruk die deze in sommige interpretaties krijgt.

In het daaropvolgende Einsamkeit blijkt dat het verdwijnen van de stormen en het lichter worden van de hemel, de eenzaamheid van de hoofdpersoon alleen maar erger maken. Holl zingt het alsof hij terugverlangt naar de eenzaamheid van daarvoor. Verlangen naar eerder ongeluk, omdat dat net iets minder erg is dan het huidige: triester kan bijna niet. Holl weet het echter op een heel overtuigende manier te brengen, zonder enig zelfmedelijden of melodrama.

Robert Holls andere stem

(Deutsche Version folgt)

Robert Holl, foto: Robert Holl

Nieuw begin
Schubert wist aanvankelijk niet beter dan dat de Winterreise uit twaalf gedichten bestond. Hij sloot de eerste helft van de cyclus in het voorjaar van 1827 met Einsamkeit af om in de herfst de tweede serie van twaalf gedichten te ontdekken en het werk aan de cyclus te hervatten. Die Post is dan ook echt een nieuw begin en het is nog niet eens zo lang geleden dat zangers voor Die Post een pauze inlastten. Dat doet het duo niet, maar het duurt wel twintig seconden alvorens Schiff de paarden van de postkoets laat opdraven.
Ook hier, net als bij Frühlingstraum, geen vrolijk begin: Holl is geïrriteerd door het sneller slaan van zijn hart dat tegen beter weten in een brief verwacht van de verloren geliefde. (Overigens een heel mooi psychologisch detail van tekstdichter Müller, dat goed illustreert hoe kleine details ons soms op pavloviaanse wijze de ontkenning van het verlies van de geliefde opdringen. De pijn van de noodzaak van het opnieuw onder ogen zien van de werkelijkheid is daarna extra schrijnend.) Het lied is een tweespraak tussen het hart en de hoofdpersoon. Het besluit met de vraag: ‘wil je eens gaan kijken, (bij de geliefde) en vragen hoe het daar gaat, mijn hart?’ Holl zingt het laatste mein Herz in lijn met het begin op harde, boze wijze, een boeiende variant op de iets meer gebruikelijke, schrijnende versie.

Verwondering
Vanaf het volgende lied, Der greise Kopf, is het publiek bij iedere redelijke goede uitvoering van de Winterreise uiterst geraakt. Bij Holl was dat veel eerder het geval, maar hier verdichtte het zich nog eens. Het ‘ist bis heute für und für’ klonk al verwonderd, fraai vooruitlopend op de zes maten later opduikende verwondering in de tekst (‘wunderliches Tier’).  Zo waren er in de volgende liederen meer details die lieten zien hoe Holl hier en daar accenten zette, die de aandacht opeisten en de identificatie vergemakkelijkten. In Letzte Hoffnung hoorde je duidelijk de teleurstelling toen het blad viel – overigens weer een mooie vondst van Müller.
In Im Dorfe viel op hoe zeer Schiff analoog aan de tekst de pianoforte kon doen klinken als honden en zelfs kettingen, eerder in de cyclus frappeerde me iets soortgelijks bij Die Krähe. De klank van het instrument staat dichter bij de menselijke stem, maar kennelijk ook bij andere geluiden en Schubert gebruikt in de pianonoten vaak onomatopeeën. Met name in dit lied vond ik de pianoforte ook mooier dan een modern instrument, bijvoorbeeld in de manier waarop de  eerder genoemde noten (blaffende honden) langzaam evolueren en steeds een andere klankkleur krijgen. Holl wist in dit lied niet alleen veel kleur te gebruiken, maar ook de tekst anders in te vullen dan gebruikelijk. Hij legde meer de nadruk op de kompassie die de protagonist heeft met de slapende mensen en veel minder op de verbittering.

Afscheid
Bij Der stürmische Morgen viel vooral op hoe de pianoforte meer ruimte liet voor de stem. Dit en vooral de volgende liederen waren indrukwekkend qua sfeer. De samenwerking tussen piano(-forte) en stem was optimaal, ook Schiff wist vaak onverwachte accenten te leggen en steeds opnieuw de aandacht te vragen voor de emotionele bijzonderheden van het verhaal. 

In het laatste lied, Der Leiermann, was dit het meest opvallend. Schiff zette heel zacht en onnadrukkelijk in en Holl sloot daarbij aan: het was muziek van iemand die al afscheid van het leven genomen had. Een enkel woord kreeg een accent in mezzoforte maar vrijwel alles was mp of nog zachter. Het normaal zo dwingende maatbegin deed er bijna niet meer toe: het doodsvonnis was al veel eerder uitgesproken en de protagonist had zich erbij neergelegd.
Het laatste woord ‘drehen’ was pp en werd volmaakt overgenomen door Schiffs nabootsing van de draailierklank - zonder de herinnering aan het laatste woord te overdekken.
Die bleef nog lang hangen in de zaal. Pas na veertig seconden ging het publiek klappen, wat een goede indicatie was van de manier waarop de beide musici erin geslaagd waren het publiek mee te laten leven met dit, zoals Schubert het zelf noemde, huiveringwekkende verhaal.

Het instrument had me een kant van Holls stem laten horen die ik niet kende, lichter, lyrischer, dichter bij zijn spreekstem (die ik een dag daarvoor nog tijdens een interview gehoord had), maar nog steeds zeer goed dragend. Dat verwonderde mij, want ik had Holl ook in een Winterreise gehoord met Jansen, toch een pianist die een zanger alle ruimte geeft. Ook Jansen kan kennelijk van een Steinway geen pianoforte maken.
Holl was altijd al heel sterk in het vertellen van een verhaal, daarbij de woorden steeds de juiste accenten gevend. Met de fortepiano klonk het echter veel natuurlijker, alsof Holl in zijn eenzaamheid tegen zichzelf sprak.

Het applaus duurde heel lang, een groot deel van het publiek ging zelfs staan, wat echt bijzonder is voor de Schubertiade. Holl wees op de Hammerflügel en aaide hem zelfs even. Dat gebaar leek me – net als het grote applaus – zeer op zijn plaats.

(Dré de Man)

Versie 1.1, 15-1-2013; wijzigingen t.o.v. versie 1.0: vergelijking met DFD e.a.



Agenda: ga naar startpagina

Gebruikt u Google Chrome? Vink dan in instellingen (eerst klikken op drie streepjes helemaal rechts) netwerkacties voorspellen om de laadprestaties van pagina's te verbeteren uit, anders ziet u oude pagina's, niet alleen op deze site trouwens :(

Terug naar de actuele beginpagina

Over deze site

Schubertiade 2013

Prégardien/Gees met balladen

Kelly God: freudsam und leidsam

Angelika Kirchschlager subtiel en
temperamentvol

Hoog niveau bij International Student LiedDuo Competition

Vijftig tinten goud:
Händel-aria's door Kirchschlager

Poëzie of toneel

Authentieke Frauenliebe und -leben

Vitt land revisited

Hugo Wolf en de Vrienden van het Lied

Winterreise Christoph Prégardien 10/2/2013 Amsterdam

Interview Christoph Prégardien

Onderkoelde dramatiek en 'heiteres Behagen' bij Persson

Vuurwerk bij Nieuwjaarsconcert IVC

 

Finleys onterechte angst voor Die schöne Müllerin

kirchschlager
foto:  Nikolaus Karlinsky

Interview Kirchschlager Duits/Deutsch

Interview Kirchschlager wörtlich Duits/Deutsch

Nederlands & English volgt/follows

Kirchschlagers 'bess'res ich'(recensie)

 

mojca erdmann

Mojca Erdmann:
Meine Ruh' ist hin
(recensie)



Robert Holl & Rudolph Janssen:
Im Lied das tiefe Leid
(recensie)

Mattijs van de Woerd

foto:  Marco Borgreve

Aan het einde van de dromen (recensie)

Binnenkort:

Interview Angelika Kirchschlager Nederlands / Interview Peter Schreier / Wolfgang Holzmaier over Fritz Wunderlich

De kwellingen van Bostridge (recensie)

Verslag masterclasses Meinard Kraak en Peter Schreier en recital Miricioiu/Leiferkus

Verslag masterclass Nelly Miricioiu

Wunderlich's fair Maids / De drie schöne Müllerinnen van Wunderlich (Engels)

Ade, ich geh nach Haus
(acht tenoren sturen de schöne Müllerin naar huis)
Over het Duitse van de Romantiek

Over romantiek en ironie

Pictures IVC 2012: 1, 2, 3, 4, 5

Links:

http://www.schubert.nl/
www.vvhl.nl
http://www.hampsong.org/
http://www.internationalvocalcompetition.com/nl

Over Du holde Kunst:

Du holde Kunst is een nieuwe site over de liedkunst, vocalisten en aanverwante zaken. Hij is voortgekomen uit een concertaankondiging van dezelfde naam. De inhoud varieert van verklarende teksten tot recensies en aankondiging van concerten. Op dit moment is het nog een privé-initiatief van Dré de Man, maar er zijn besprekingen met andere medewerkers en organisaties gaande. Copyright alle teksten en foto's, tenzij anders vermeld: Dré de Man. Aankondigingen en dergelijke graag naar dre@duholdekunst.com

 

 


 

Concertrecensies - CD-recensies - Masterclassbesprekingen - Interviews - Concertagenda - Masterclassagenda - Audio, HiFi en gadgets - Componisten - Werken - Links - Over de liedkunst - Over het Duitse van de romantiek - Over romantiek en ironie - Over deze site - Reizen en cursussen - Zangers - Pianisten - Zangdocenten
(Dit menu wordt in de loop van de komende weken geheel functioneel, ook de rechterkolom wordt aangepast)

 

Du holde Kunst is een nieuwe site over de liedkunst, vocalisten en aanverwante zaken. Op dit moment is het nog een privé-initiatief van Dré de Man maar besprekingen met partners zijn in een vergevorderd stadium. Concertaankondigingen, medelingen en advertentieverzoeken en dergelijke graag naar dre@duholdekunst.com